Rietje de Haan - Kooistra is op 24 december 1940 in Utrecht geboren. Samen met haar vader, moeder en twee zussen woonde ze in de Spaarnestraat. Als Rietje anderhalf jaar oud is, nemen haar ouders Joodse onderduikers in huis. Vanaf dat moment gaan veel deuren in het huis op slot en wordt er erg geheimzinnig gedaan.
Niemand mag weten dat er acht onderduikers in het huis zijn. Deze verstoppen zich bij onraad in de schuilkelder, maar verder zitten ze overwegend in de afgesloten achterkamer. Zelfs de drie zusjes Kooistra mogen hier niets van weten. Als ze toch iets denken te horen of te zien wordt dat stellig ontkend. Dat er veel was aan de lijn hangt wuift moeder weg met: ‘Ik was voor mijn zus, die heeft weinig tijd’. De boodschappen worden door de oudere zus van Rietje in meerdere winkels gedaan. Zo valt het niet op dat ze veel inkopen doen. Op Bevrijdingsdag worden alle onderduikers aan de zusjes en de buren voorgesteld en wordt er zelfs een foto ter herinnering gemaakt. Rietje de Haan – Kooistra vertelt haar verhaal op scholen, omdat ze het belangrijk vindt om te laten weten dat mensen in nood altijd geholpen moeten worden.
De lezing vindt vanaf 13:30 plaats in het museum van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
