Het is een van de meest hardnekkige historische onjuistheden over de Holocaust: ‘De Joden lieten zich als makke schapen naar de gaskamers leiden.’ Overal in Europa boden Joden, Sinti en Roma gedurende de Tweede Wereldoorlog weerstand.
Op woensdag 22 januari om 17.00 uur klinken de eerste van de 102.000 namen over het terrein van Kamp Westerbork. In haar column 'Hoeft een naam iets?' licht directeur Gerdien Verschoor toe waarom 'De 102.000 Namen Lezen' zo wezenlijk is. Door het hardop lezen van de namen richten we 102.000 keer een monumentje op voor iedereen die werd vermoord, door te bevestigen: deze persoon heeft geleefd.
In 2019 hebben bijna 600 groepen Herinneringscentrum Kamp Westerbork bezocht, waarmee de stijgende lijn van de afgelopen jaren is voortgezet. Het museum ontving vorig jaar ruim 168.000 bezoekers, waarmee Herinneringscentrum Kamp Westerbork tot een van de best bezochte musea van Noord-Nederland behoort. De belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog blijft onverminderd groot.
Lesgeven over de Holocaust is gecompliceerd. De wereld zoals we die vandaag kennen, is natuurlijk voor een groot deel getekend door deze belangrijke en vreselijke historische gebeurtenis. Maar welke inhoud geef je nu, na 75 jaar, als docent aan jouw lessen en hoe gaan jonge mensen anno 2020 om met dit onderwerp?
Door persoonlijke verhalen te vertellen denken leerlingen na over dilemma’s, gaan hierover met elkaar in gesprek en leggen verbanden met hun eigen leven. En blijft het Herinneringscentrum dicht bij de kern van haar boodschap: er is 102.000 keer een uniek mens vermoord. Niet door een ongrijpbaar proces, maar omdat mensen dit andere mensen aandeden. Coördinator educatie Christel Tijenk vertelt over de persoonlijke geschiedenissen die het begin vormen van ieder schoolbezoek aan het Herinneringscentrum.
Ons archief ligt vol met laatste levenstekens. Het zijn meestal brieven en briefkaarten vanuit kamp Westerbork gestuurd, of uit de trein gegooid. Veel van deze documenten zijn afkomstig van mensen die naar Sobibor zijn gedeporteerd. Om geconfronteerd te worden met laatste levenstekens op de plek van hun vernietiging is schokkend. Achter elk voorwerp zag ik een mens, een vermoord mens.
‘Bevrijding’ heeft bij ons, in Herinneringscentrum Kamp Westerbork, altijd een bittere bijsmaak. Volgend jaar, 2020, vieren en herdenken we het jaar van de vrijheid. Hoe staan wij, in Westerbork, stil bij de bevrijding die voor velen geen bevrijding was? Directeur Gerdien Verschoor vertelt..
Bescheidenheid siert de mens, maar met name in internationaal gezelschap is deze soms typische Nederlandse houding niet altijd even handig. En ook niet altijd nodig. Want als Herinneringscentrum mogen we best trots zijn op het werk dat we de afgelopen jaren hebben gedaan om alle namen weer een gezicht te geven.
Een kinderserviesje. In bewaring gegeven door de familie Blein en nu toegevoegd aan de collectie van het Herinneringscentrum. Het kinderserviesje van Lotte Blein. De moeder van Lotte had aan de ouders van de schenker gevraagd: ‘willen jullie er goed op passen? Wij gaan op vakantie. Als we weer terug zijn, dan halen we het weer op’. Helaas is die dag nooit gekomen. De driejarige Lotte en haar ouders overleefden de oorlog niet.
De Holocaust wàs gruwelijk en genadeloos, hard en smerig. Wat delen we daarover in onze educatieve programma’s? Is het voor jongeren te gruwelijk? Doet het recht aan de slachtoffers om de allerlaatste ontmenselijking tot in detail te beschrijven? Moeten we met jongeren niet juist ook verhalen delen, waarin nog hoop is, waarin niet alle medemenselijkheid is verdwenen? Maar doe je daarmee recht aan de realiteit van wat er gebeurd is?